Texelse Bunkerverhalen

Oorlog in de Texelse duinen

Oorlog in de Texelse duinen - 75 jaar bevrijding

Het Nationaal Park Duinen van Texel is een van de meest gevarieerde landschappen in Nederland. Vele duizenden mensen genieten jaarlijks van de rijkdom die de natuur hier te bieden heeft. Maar weinigen kennen ook de andere kant van het Nationaal Park. De duinen zijn al lang een levend en belangrijk deel van de Texelse cultuurhistorie. Van duinboeren tot stropers, van jutters tot loodsen, het duingebied vervulde veel functies voor de Texelaars.

In 2020 ontsluiten we een van die cultuurhistorische lagen voor een breed publiek. In een kort bestek van slechts enkele jaren tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in het huidige nationaal park honderden bunkers gebouwd. Na de oorlog bleef de gigantische infrastructuur van de bezetter over. De bunkers en verdedigingswerken werden op velerlei wijze hergebruikt. Nog steeds kan je op diverse plekken op Texel elementen van verdedigingswerken gebruikt zien worden als boerenhek of erfgrens.

Luister naar het verhaal van Paul Dekker

Paul Dekker en de Duitse veldfles die hij jutte

Geolocatie: 53°01'09.3"N 4°42'36.0"E - 53.019260, 4.710000

Locatie: plek waar Paul Dekker (foto) de Duitse veldfles vond

locatie 1

Paul Dekker - generaties lang jutter in duin en strand

Paul Dekker uit Den Hoorn weet alles over de bijzondere planten en dieren die in het Nationaal Park Duinen van Texel groeien en leven. Hij kent de duinen als zijn broekzak. Maar Dekker ziet meer dan alleen natuur. Door goed naar de duinen en het strand te kijken ontdekt hij een gelaagde geschiedenis van vele duizenden jaren oud. Dekker is jutter, net als zijn vader, grootvader, en ga zo maar door. Bij een verlaging in de duinen ziet hij een oude vaargeul, daar zouden wel eens bijzondere munten kunnen liggen. Bij een vierkante vorm in het zand ziet hij een kist. Het zou munitie kunnen zijn, of een persoonlijke voorraad van iemand lang geleden.

Aan het strand vond hij pas nog een duizenden jaren oude, tot zeis geslepen vuursteen. Zijn kasten thuis staan vol met duinvondsten, een hele apotheek aan Duitse medicijnflesjes uit de Tweede Wereldoorlog, messen, onklaar gemaakte pistolen. Het opsporen van neergeschoten vliegtuigwrakken en hun bemanning is voor Dekker een levenstaak geworden. Bij vondsten die hem dicht bij de dood van een soldaat brengen staan hem de tranen in de ogen. Zoals de Duitse veldfles op deze foto, die Dekker vond in de buurt van Paal 9. Luister naar Dekkers verhaal en krijg misschien zelf zin om op jutterspad te gaan. Maar pas op, zegt Paul, ken de gevaren van al die munitie en mijnen die overal nog kunnen liggen.

Lees meer

Luister naar het verhaal van Gerrit Gerrits

Troepen van de Reichsarbeitsdienst (RAD) bouwen kustverdediging nabij de Koog
(Collectie Paul Dijkstra)

Geolocatie: 53°00'27.6"N 4°42'47.1"E - 53.007661, 4.713076

Locatie: Een groot deel van de Zuidbatterij is bij Paal 9 door kustafslag in zee verdwenen. Bij laag water zijn soms de contouren van bunkers nog in zee te zien. Het echte Paal 9 ligt zuidelijker op het eiland dan het huidige strandpaviljoen Paal 9 doet vermoeden.

locatie 2

Gerrit Gerrits - bunkerexpert van kind af aan

Gerrit Gerrits, oud-onderwijzer uit Den Burg, speelde als klein kindje al bij de bunkers op het strand. Ze fascineerden hem mateloos. Gerrits’ vader werkte bij Rijkswaterstaat en was belast met het opruimen van de bunkers in de duinen en op de stranden. Daar werd thuis altijd ruzie over gemaakt. In 2018 publiceerde Gerrits het boek “Zuidbatterij 1939-1945”. Bunkers zijn een enorme ingreep van de mens in het natuurlijk landschap, zegt hij.

Texel was een belangrijke schakel in de Atlantikwall die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de bezetter langs de Noordzee- en Atlantische kust gebouwd werd. Niet alleen hield Nazi-Duitsland rekening met een geallieerde invasie in Nederland, Den Helder was ook nog een strategisch punt dat mede vanaf Texel verdedigd werd. Zo zijn er in korte tijd tenminste 510 bunkers gebouwd. Een gigantische operatie. In de duinen werden enorme gaten gegraven en grote ladingen gewapend beton gestort. Texelse aannemers hebben er goed aan kunnen verdienen, lacht Gerrits.

Maar, de Texelaars hebben er weinig van kunnen ‘genieten’. De duinen en het strand bleven verboden terrein voor de eilandbewoners. Jammer voor de jutters, want met al die getorpedeerde schepen en zeeslagen was er een goede jut te maken, denkt Gerrits. Nu kent hij verhalen over Duitse soldaten die een gejut wijnvat tot hun spijt aan hun officieren moesten overdragen. Er is goed van gedronken.

Lees meer

Fragment van Duitse stafkaart met de schootsvelden van de langs de kust gestationeerde batterijen aangegeven.  Bron: collectie NIMH

Geolocatie: 53.021773, 4.728046

Locatie: De door Nederlanders gebouwde vuurleidingspost is het meest zichtbare onderdeel van de Marineflakbatterie die hier door de Duitse bezetter werd gebouwd. Vanuit hier werden de bunkers rond Texla, Den Burg, De Waal en Oudeschild beschoten tijdens de Russenoorlog.  

Audio: nog niet beschikbaar (tot na de coronacrisis) 

Voor meer informatie over de Georgische opstand kijk op www.derussenoorlog.nl

locatie 3

Serge Blom - ontdekte dat Hitler alles over Texel wilde weten.

Serge Blom raakte al vroeg geïnteresseerd in de Texelse krijgsgeschiedenis. Als kind lichtte hij stiekem het deksel van de telefoonbunker bij Texla buiten Den Burg en bestudeerde de resten van de Duitse bezetting eronder. Nu doet hij militair historisch onderzoek voor het Nederlands Instituut voor Militaire Historie en organiseert slagveldreizen voor militairen om hen de lessen van slagvelden uit het verleden bij te brengen. In 2016 bracht hij met Rolf de Winter de militair-historische gids ”De Georgische muiterij op Texel; april-mei 1945” uit.

Texel is een van de plekken waar Blom graag mensen rondleidt. Het is een goed voorbeeld van de dilemma’s waar militairen mee te maken krijgen als de burgerbevolking verzeild raakt in een militair conflict. Op 6 april 1945 kwamen de Georgische soldaten in Duitse krijgsdienst in opstand. Ze wilden hun reputatie redden voor de geallieerden hen als collaborateurs van de Duitsers naar de Sovjet-Unie zouden terugsturen. Bij aanvang van de opstand riepen de Georgiërs alle Texelaars op mee te helpen om Texel te bevrijden. Met de bevrijding van Europa in het vooruitzicht verzeilden Texelaars in de strijd. De Duitsers beschouwden hierna ook Texelaars als de vijand en verrichten op meerdere plekken executies. “En dan,” zegt Blom, “zorg je er zeker voor dat de bevolking zich tegen je keert. De Duitsers hadden moeten begrijpen dat de Texelaars niet per se tegen de Duitsers wilden vechten.”

Om de opstand te doen slagen moesten de Georgiërs koste wat kost de vele batterijen in de duinen van Texel veroveren. Maar de Duitse Ostlegionen, gevormd uit aan het Oostfront gemaakte krijgsgevangenen, hadden niets te zoeken in de batterijen. Daar zaten alleen Duitse soldaten van de marine. Met een groot, conventioneel aanvalsplan werd de Opstand de kop ingeslagen. Vele Duitse soldaten werden ingevaren vanuit Den Helder. in de Duinen en bossen wist een deel van de Georgiërs zich in de hieropvolgende partizanenstrijd staande te houden. Hitler is in die laatste oorlogsdagen elke dag van de strijd op de hoogte gehouden. Hij vroeg er zelfs twee keer naar, ontdekte Blom in de archieven.

Lees meer

Luister naar het verhaal van Cor Kievits

Beeld van de kazerne bij de Mokbaai, gezien vanuit een Engelse beaufighter tijdens een luchtaanval.  (Bron: Phil Simmonds, UK) 

Geolocatie: 53°00'05.0"N 4°45'40.1"E - 53.001389, 4.761149

Locatie: Monument voor de tien omgekomen Texelaars voor de ingang van de Joost Dourleinkazerne aan de Mokbaai.

Voor meer informatie over de Georgische opstand en Cor Kievits kijk op www.derussenoorlog.nl

locatie 4

Cor Kievits - bijna geëxecuteerd bij de Mokbaai

Cor Kievits, overleden in 2018, was lange tijd een van de weinige (oud-)Texelaars die een van de gruwelijkste episodes van de Tweede Wereldoorlog op Texel kon navertellen. De meeste slachtoffers van de Russenoorlog vielen onder Duitse en Georgische soldaten. Maar ook burgers werden een partij. Door bijvoorbeeld op de oproep van de Georgiërs in te gaan om mee te vechten aan hun kant en Texel te bevrijden. Of door in het verzet te gaan. Of door Georgiers onderdak en eten te bieden, iets waarop door de Duitse bezettingsmacht de doodstraf was ingesteld. 

Cor Kievits woonde aan het Schilderend in Den Burg. Zijn vader werkte voor het verzet en werd opgepakt en in februari 1945 vermoord in concentratiekamp Neuengamme. Kievits had daardoor een extra reden om wel tegen de Duitsers te willen vechten. Zodra de Georgiërs in opstand kwamen trok hij naar bunkercomplex Texla om een geweer te regelen.  Onderweg wilden ze wat jongens ophalen om auto’s te repareren voor de Georgiërs, maar waar ze ook aanbelden, geen moeder liet haar jongen gaan. Met jeugdige overmoed trokken ze door Den Burg, pistool in de riem, geweer om de schouder. Achter een boom stonden twee soldaten met geweren. Ze richtten hun vlammenwerper op de jongens en dwongen ze mee te lopen. Aan de rand van Den Burg, in de toenmalige Weststraat stond een Duitse vrachtwagen klaar. “Was wollen sie?” vroeg een soldaat aan Cor en zijn vrienden. “Wir wollen die Deutschen bekämpfen,” antwoordde een, nog steeds in de veronderstelling dat ze met Georgiërs te doen hadden. Toen was het afgelopen. Cor en nog 1 andere Texelse mannen tussen de 18 en 40 werden op de wagen gezet en naar de kazerne aan de Mokbaai gereden. Tien mannen werden nog die dag doodgeschoten. Aan de Mokbaai staat nog steeds een monument te hunner ere. Luister hier hoe Cor Kievits en zijn vriend Theo wisten te ontkomen. 

Lees meer

Luister naar het verhaal van Michel Binsbergen

Shots uit de natuurfilm: “Texel, Parel der Waddeneilanden” door Van de Horst en Binsbergen

Geolocatie: 53°03'06.4"N 4°44'36.6"E - 53.051763, 4.743512

Locatie: Omgeving waar Michel Binsbergen woonde tijdens de laatste oorlogsmaanden

locatie 5

Michel Binsbergen - bevriend met Georgische soldaten

De bossen en duinen van Texel waren vergeven van bunkers, slaapkwartieren, verdedigingswerken en mijnenvelden. Nauwelijks een Texelaar mocht er komen. Of toch? In 1942 arriveerde filmmaker Nol Binsbergen op Texel om samen met de toenmalig directeur van het Texels Museum Herman van de Horst een natuurfilm over Texel te maken. De film was besteld door de bootonderneming TESO, in afwachting van betere tijden voor het toerisme op Texel. In beeld komen de lepelaars en vele andere vogels van het eiland. Van de oorlog en de oorlogswerkzaamheden in de natuurgebieden is niks te zien. In een schitterende scène lopen de filmmakers door de duinen met lange, houten statieven op zoek naar mooie shots van vogels. Met een luciferdoosje laten ze de vogels aan de aanwezigheid van mensen wennen, net zolang tot ze hun kostbare maar lawaaiige filmcamera aan durven te zetten voor een opname.  

Het gezin Binsbergen kwam mee naar Texel. Tot in mei 1944 woonden ze in een huis bovenop het duin in De Koog. Toen dat werd ontruimd door de Duitsers vonden de Binsbergens onderdak in een houten vakantiehuis van de familie Drijver aan de bosrand, een huis dat er steeds in originele staat bestaat. Zij zagen de Brits-Indiërs in de Koog, en later, in het bos, de Georgiërs, die langs kwamen met hun gezang, schitterend vonden de Binsbergens het. In het doolhof dat zoon Michel en zijn broer in kreupelhout in het bos gebouwd hadden wisten twee Georgiërs zich tijdens de Russenoorlog succesvol te verstoppen tot de oorlog ook op Texel voorbij was. “Warlam en Arkady,” herinnert Michel zich de twee. Hij is ze nog vaak gaan opzoeken, in Abchazië en Georgië waar de twee na de oorlog weer woonden. 

 

Lees meer

Luister naar het verhaal van Gré Dros

Feestelijke opening van de weg naar Paal 9, omstreeks 1950. (collectie Gré Dros) 

Geolocatie: 53°01'28.9"N 4°42'57.0"E - 53.024696, 4.715841

Locatie: tot deze schuren liep de weg vanuit Den Hoorn. De zee was vanaf hier nog veel verder weg dan nu, na vele jaren kustafslag sinds de oorlog.

locatie 6

Gré Dros - Opgroeien in de oorlog

Hoornder bakkersdochter Gré Dros zag hoe in 1939 gemobiliseerde Nederlandse troepen de kazematten rondom het Loodsmansduin bouwden. Even later nam de Duitse bezettingsmacht de complexen in. De oorlog in Den Hoorn begon met een luchtaanval op Vliegbasis de Mok, waar watervliegtuigen gelegerd waren. “Ik weet nog dat ik toen voor het eerst heel bang was. Je hoorde aan één stuk door verschrikkelijke explosies en gierende vliegtuigen die een duikvlucht maakten met zo'n gierend geluid. En dan hoorde je weer bommen en ratelende geschiet.” 

Gré Dros beleefde haar puberjaren in de Tweede Wereldoorlog. Geen vrijen in de duinen, geen zondagen naar het strand. “Maar,” zegt Dros, “een echt strandleven was er toen ook nog niet. Een Hoornderslag bestond nog niet, de huidige weg naar Paal 9 liep dood op de grote schuur in het Grote Vlak.” Voor de oorlog ging een dagje naar het strand helemaal naar Paal 15, het strand van Den Burg. 

De oorlog bracht veel bedrijvigheid met zich mee. Dros herinnert zich hoe de vrachtwagens vol bouwmaterialen naar de duinen reden. Ze herinnert zich alle liederen van de Duitse soldaten en de gastarbeiders. Een voor een werden de vriendinnen van Dros gecharterd om voor de Duitsers te werken, aardappels schillen, dat soort klussen. Pas na de oorlog werd aan een door de Duitsers gebouwde weg het strand bij Paal 9 geopend. Tot die tijd gingen alleen jutters, strandvonders en spelende jongens daarheen, vertelt Dros.

Lees meer

Luister naar het verhaal van Jacques Dijt

Duitse soldaten ontspannen bij een bunker. (Bron: Paul Dijkstra) 

Geolocatie: 53°01'18.6"N 4°43'55.1"E - 53.021822, 4.731968

Locatie: hier stonden de woonbunkers en kantine van de batterijen die hier stonden opgesteld tijdens de oorlog.

locatie 7

Jacques Dijt – bevriend met Duitse soldaten

De vader van Jacques Dijt was boer aan Westergeest, in het Hoge Berggebied. Elke dag liep Dijt met zijn schooltas over de Schansweg naar Den Burg, om naar school te gaan. 

“Voor jongens van onze leeftijd was de oorlog een prachtige tijd!” zegt Dijt. “Van de oorlog merkte je niet veel, maar Duitse soldaten zagen we wel.” Volgens Dijt wisten zijn ouders precies voor welke Duitsers je moest oppassen, en met welke Duitsers je prima kon omgaan. Op het hoogste punt van de Schansweg stond jeugdherberg Panorama, waar veel Duitsers gevestigd waren. Op een dag, laat in 1944, sprak een van die Duitsers Jacques aan. Hij drukte een enorme doos met speelgoed in zijn armen. Een leger aan tinnen soldaatjes, een molen waar je zand in kon stoppen en waar de wieken het zand mechanisch naar beneden deden gaan, in de bak van een vrachtwagen die achter een luikje beneden stond opgesteld. Dijt heeft de molen nog steeds en laat het nog steeds functionerende mechanisme zien. Het is nog steeds magisch. “Ik was natuurlijk enorm blij, dat hadden we in de oorlog niet.” Pas later hoorde Dijt dat het gezin van de soldaat, inclusief zijn kleine kindjes, bij een geallieerd bombardement op zijn thuisstad was omgekomen. Daarom kreeg hij die doos. 

Elke dag kwam een Duitse wagen met paarden ervoor langsgereden. Soms liftte Dijt mee en mocht hij mee naar de Zuidbatterij. Daar hadden ze tenminste nog echte voetballen, de Texelse kinderen moesten het met papierproppen doen. Op de Zuidbatterij voetbalden ze met de jonge Duitsers. “Na de oorlog werden ze met de nek aangekeken, maar dat is natuurlijk helemaal onterecht. Net als bij die Russen. Er waren veel goede Duitsers en Georgiërs bij.”

Een van hen, Theo, kwam stiekem thuis bij Dijt om Radio Oranje te luisteren. Dan wist hij tenminste wat er echt gebeurde, de Nazi-radio liet alleen propaganda horen. Met Theo en nu met zijn nakomelingen hebben de Dijten nog steeds contact, het zijn echte vrienden geworden.

Lees meer

Luister naar het verhaal van Teun Dekker

De trein op Texel (Collectie LOMT) 

Geolocatie:  53°02'22.5"N 4°50'57.1"E - 53.039569, 4.849197

Locatie: Dekker begon zijn ritten achter het Pakhuis van Keijser aan de haven in Oudeschild 

locatie 8

Teun Dekker – machinist op een Texelse duintrein

Het klinkt nu ongelofelijk, maar in de Tweede Wereldoorlog liepen er twee treintrajecten over Texel. Goed, het was smalspoor met een klein locomotiefje, maar treinen waren het. Een treinspoor liep van de toenmalige loswal in Oost naar het vliegveld, een ander liep van Oudeschild langs de dijk naar het zuiden, en dan via de Mokbaai door de duinen richting Paal 6 noordwaarts langs de binnenkant van de duinen naar de Koog. Beide spoorlijnen waren bedoeld om materialen voor de bouw van de Atlantikwall naar de bouwplaatsen te krijgen. 

Als 15-jarige werd Teun Dekker gecharterd om mee te werken aan de bouw van het spoor. Hij vond het mooi werk: de spijkers door de rails jagen, de bielzen op zijn plek leggen. Hij werd er goed voor betaald en het hield hem van huis. Daarna werd hij stoker en zorgde ervoor dat de locomotief op stoom bleef. Nog even later werd hij machinist en reed de treintjes over het zuidelijk spoor langs de Mok naar het duingebied. 

Dekker zag niet veel van de bunkerbouw. Daar werd hij buiten gehouden. Hij kiepte zijn karretjes en keerde weer terug. Als ze langs het grote gezin Maas bij de Schansweg kwamen gooide hij wat briketten naar beneden, dan bleven zij ook in warmte. Zo ging het door, het treintje ging langzaam en heel opwindend was het baantje niet, herinnert Dekker. Tot hij op een dag terug naar Oudeschild reed en in de verte twee zwarte stipjes in de lucht snel groter zag worden. Hij wierp zich op de grond van zijn locomotief, maar zijn collega was te laat en werd doorzeefd. Dekker waarschuwde een arts en liep naar huis. De volgende dag was het alsof er niets gebeurd was, en reed hij weer het locomotiefje het dorp uit, de lange twintig kilometer tot aan De Koog, een kleine twee uur gaans. 

Lees meer

Luister naar het verhaal van Dick Drijver

Drie generaties duinboeren (Bron: familie Drijver)

Geolocatie: 53°00'45.8"N 4°45'00.5"E - 53.012718, 4.750145

Locatie: De duinschuur van Dick Drijver, het enige overgeblevene van generaties Drijvers die hier in de duinen boerden

 

locatie 9

Dick Drijver - duinboer in de oorlog

Dick Drijver was duinboer, net als zijn vader. Zijn grootvader was duinboer en zijn overgrootvader was duinboer. De Drijvers woonden in Den Hoorn en pachtten arme duingrond van Staatsbosbeheer, 150 hectare in totaal. Ze hadden een schuur bij de Mokbaai en lieten er hun schapen lopen. Maar dat was niet de enige handel. De Drijvers waren fervente stropers, zelfs in tijden van de Duitse bezetting. Maar het was gevaarlijk. De Duitsers hadden de vader van Drijver weliswaar als een van de weinigen een vergunning gegeven om in de duinen te mogen komen om zijn schapen te weiden, maar stropen was streng verboden. Net als jutten, of naar het strand gaan.   

Maar Dick en zijn vader lieten zich er weinig aan gelegen. Ze trokken door de duinen en zagen rare dingen. Eens zag Drijver een Hoornder meisje met een Duitse soldaat vrijen. De naam van het meisje heeft hij nooit met iemand willen delen. Dick en zijn vader zagen de bunkers verrijzen. Soms werden ze met paard en wagen en al gevorderd om een vracht te vervoeren, naar Paal 12 of verder. Daar zagen ze de ”Chinese Muur” verrijzen, een wonderlijke, lange verdedigingsconstructie die nog jarenlang bij Paal 12 in het water zichtbaar is geweest.  Maar wat ze ook zagen was een explosieve toename van de konijnenpopulatie, in de luwte van de oorlog. Er werd niet meer gestroopt door de Texelaars, niet meer gewandeld en verstoord. Het waren gouden jaren voor de natuur. Alleen zijn vader, een arme boer, kon het stropen niet laten. Vele familieleden en kennissen aten ervan.  Op een dag betrapten de Duitsers hem en overvielen hem thuis. In de schuur hing een flinke voorraad konijnen. Drijver moest helemaal naar Amsterdam, naar de beruchte Euterpestraat, het hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst. Alleen door het onnozele Texelse boertje uit te hangen wist hij een straf te ontlopen, vertelde hij zijn zoon Dick. 

Lees meer

Luister naar het verhaal van Adriaan Dijksen

Artikel uit de Texelsche Courant van 26 maart 1949. (Bron: Kranten Regionaal Archief Alkmaar) 

Geolocatie: 53°07'18.2"N 4°47'09.1"E - 53.121725, 4.785864

Locatie: de Muy op Texel werd ook in de oorlogsjaren door de boswachters beschermd. Maar de Duitse troepen hielden hier ook oefeningen en aan de zeereep werden mijnenvelden aangelegd. Vele Georgiërs wisten in het struikgewas van de Muy zich te verbergen voor de Duitsers in de nadagen van ‘de Russenoorlog’. Een van de bosjes in het natuurreservaat wordt nog steeds het Russenbossie genoemd.

locatie 10

Adriaan Dijksen – het natuurbeheer in de oorlog ging door

Adriaan Dijksen is een van de meest ervaren kenners van de Texelse natuur.
Hij schreef onder andere de “gids voor de vogels van Texel”, “de wilde
planten van Texel” en “Texel natuurlijk”. Ook dook hij in de archieven van
het natuurbeheer op Texel. Het is altijd moeilijk voor te stellen voor de
vele generaties Nederlanders die de oorlog vooral uit familieverhalen,
geschiedenisboeken en films kennen, maar inderdaad; ook in de oorlog ging
het leven door. Zelfs het natuurbeheer. De Duitsers, stelt Adriaan Dijksen,
hadden hier zelfs speciale aandacht voor. Hoewel, de militaire oefeningen
die zij in duinen en natuurgebieden organiseerden tijdens het broedseizoen
hadden geen gunstig effect op de lepelaarkolonie. Maar over het algemeen,
weet Dijksen, waren zij zeer gevoelig voor het commentaar van de lokale
boswachters.

Dat de duinen niet te bezoeken waren door Texelaars en toeristen was een
zegen voor de natuur, zegt Dijksen. Nooit waren de duinen zo ongestoord. Na
de oorlog werd dan ook een recordaantal roofvogels geteld op Texel. Maar in
die rust zagen de Brit-Indische soldaten die op Texel gelegerd waren een
buitenkansje. Zij waren in Noord-Afrika gevangen genomen door de Duitsers
en verkozen Duitse krijgsdienst boven krijgsgevangenschap. Op Texel hadden
ze veel en vaak vriendelijk contact met de Texelaars, waar ze bekend kwamen
te staan om de voor die tijd exotische ingrediënten in hun Rode
Kruispakketten. Toen enkele Brits-indische soldaten in de Muy de toen al
beschermde lepelaars zagen broeden zagen zij hun kans schoon en pakten
enkele eieren en jonge vogels voor eigen consumptie. Dat werd gezien door
de boswachter, die het aankaartte bij de Duitse commandant. Sindsdien waren
de lepelaars ook voor de bezetter een beschermde vogel waar de militairen
niet bij mochten komen.

Lees meer

Luister naar het verhaal van Floris Parlevliet

De woonbunker van de familie Parlevliet.

Geolocatie: 53°01'17.4"N 4°43'54.4"E - 53.021499, 4.731789

Locatie: van het bunkerdorp is weinig meer te zien. In de jaren ’80 liet Staatsbosbeheer de meeste bunkers verwijderen of afdekken met zand. 

locatie 11

Floris Parlevliet - woonde na de oorlog in een bunker

Aan het eind van de oorlog was er woningnood op Texel. Veel huizen waren kapotgeschoten. De economie moest weer worden opgestart. In de vele bunkers rondom het Loodsmansduin nabij Den Hoorn werden Texelse gezinnen geplaatst, een divers gezelschap. “Je had een bouwkundig tekenaar, een bloembollenboer, een schoenmaker, noem maar op,” zegt Floris Parlevliet. Het bunkerdorp werd een gezellig dorpje, een gemeenschap op zich, waar de kinderen water haalden in de bron in het duindal. Het was eenvoudig wonen, maar, zegt Parlevliet: “het was een gouden tijd. We jutten, we stroopten, niemand hield ons in de gaten.” De ondernemers uit Den Hoorn kwamen op bakfietsen de duinen omhoog om de boodschappen te brengen, de melkboer, de slager, de bakker, iedereen kwam langs. Zelf gingen de bewoners druk aan de slag met de dikke muren. Ze zaagden er ramen in, installeerden kachels, verfden de bunkers wit, alles om het maar zo leefbaar mogelijk te maken. Op onze daken vingen ze regenwater op in betonnen bakken, om de was mee te doen, want dat water halen was een heel karwei. 

De duinen waren al schoongemaakt, er lagen nog wat kabels en oud ijzer. Ergens lagen nog twee Rolls Roycemotoren van neergestorte vliegtuigen, maar veel meer vond Parlevliet niet. 

In ’54-’55 moesten de bunkerbewoners weg. De Stichting Sociaal Toerisme wilde de bunkers als vakantieverblijf inrichten. De meeste bewoners werden naar het nieuwe Plan Zuid in Den Burg overgebracht. De vader van Parlevliet bleef boeren in Den Hoorn.

Lees meer

Luister naar het verhaal van Daan Welboren

Luchtfoto van het bunkerdorp, onderin de kantine en de bedrijfswoning. (Bron: Paul Dekker) 

Geolocatie: 53°01'15.6"N 4°43'53.0"E - 53.020996, 4.731381

Locatie: de oude bedrijfswoning van het bunkerdorp is nu volledig herbouwd tot een privé-woning.

locatie 12

Daan Welboren – schilderde de bunkers om tot camping

In 1959 zegden de ouders van Daan Welboren hun baan bij de boekwinkel in Den Burg op en werden bedrijfsleider van “Kampeercentrum Loodsmansduin” nabij Den Hoorn. Zo kregen zij de leiding over het bunkerdorp en alle velden eromheen. De camping was pas net een paar jaar open, nadat het gebruikt werd als bunkerdorp door Texelaars als Floris Parlevliet (zie verhaal 11). Het was een tijd waarin het toerisme enorm groeide: van een paar honderd kampeerders in het seizoen eind jaren ’50 groeide het in de jaren ’60 en ’70 tot wel 4500 kampeerders rondom het bunkerdorp, een ongelofelijk aantal, veel meer dan tegenwoordig. 

De camping was een groot avontuur. In de oude kantine van de Duitse soldaten werd een restaurant ingericht, de bunkers werden elk jaar gezelliger gemaakt om als vakantiehuisjes verhuurd te kunnen worden. Hoewel dat bij sommige gasten de wenkbrauwen deed optrekken, vakantiehuizen in dikke, muffe bunkers? Maar de huisjes konden op vaste gasten rekenen. De witte huisjes op het duin blonken de buitenwereld tegemoet, zo wit dat het bunkerdorp ook wel de Kashba werd genoemd.

Welboren herinnert zich hoe koud het in die bunkers kon zijn. In het stapelbed in zijn slaapkamer vroren de dekens aan het bed vast, grapt hij. 

In de jaren ’80 begon Staatsbosbeheer en het verantwoordelijk ministerie zich te roeren. De terreinen moesten worden teruggegeven aan de natuur, en tot Daan Welborens grote spijt betekende dat niet alleen het halveren van de camping, maar ook het opblazen of ondergraven van de bunkers uit het bunkerdorp. De straatjes werden opgebroken, de toiletgebouwen afgebroken. “Met de kennis van nu zouden we dit nooit gedaan hebben,” zegt Welboren, “dan zou het gerestaureerd worden en een ander doel krijgen.”

Lees meer

Luister naar het verhaal van Harry de Graaf

Opruimen van de betonnen oprit naar de bunkers op het strand bij De Koog (paal 20). Bron: Jaap Kreeft via Luchtvaart- en oorlogsmuseum Texel

Geolocatie: 53°05'01.1"N 4°44'20.1"E - 53.083636, 4.738923

Locatie: Waar zouden ze gestaan hebben, de talloze bunkers ook bij Paal 17? Hier verrichte Harry de Graaf zijn springstofexperimenten. De knallen waren tot in Den Burg te horen.

locatie 13

Harry de Graaf – probeerde zelf bunkers tot ontploffing te brengen

Nadat Harry de Graaf als vierjarig kind een gigantische ontploffing van een Duitse munitiewagen meemaakt blijft hij gefascineerd door vuur en springstoffen. Gedurende zijn jeugd gooit hij stofjes bij elkaar en zoekt recepten van buskruit. Hij neemt facultatieve lessen scheikunde en bestudeert nitraatverbindingen. Hij koopt zwavel, gebruikt kunstmest en houtskool en probeert diverse formules uit. “Dat ik mijn beide handen nog heb is een wonder.”  In de lege bunkers in de duinen en aan het strand brengt hij zijn thuisgemaakte bommen tot ontploffing. De knallen klinken tot in zijn woonplaats Den Burg. Als hij terugfietst en hij de Burgers hoort praten over de knallen grijnst de Graaf van oor tot oor, “dat gaf geweldige voldoening.” Zelfs zijn schoolsurprises voor Sinterklaas bestonden uit ontplofbare bomkado’s.

De Graaf maakt als scholier al films en fotografeert. Zo wordt hij gevraagd om fotoreportages te maken voor de Texelse Courant. Toepasselijk genoeg is zijn eerste opdracht het vastleggen van het laten springen van de bunkers die uit de duinen dreigen te vallen. Nu kan hij zien hoe vakmensen het aanpakken. Dat ze ammoniumnitraat gebruiken voor de springstof. Hoe ze gaten boren in de bunkers om de springstof in aan te brengen. Het wordt De Graafs toepasselijke eerste artikel voor de Texelsche Courant: “de firma Kruk maakt korte metten met de bunkers.” Het artikel, uit de krant van 8 januari 1963, laat zien hoe er in die tijd over de bunkers werd gesproken: “het geeft voldoening dat de zuidelijke duingordel straks ontdaan zal zijn van vele smetten, dat het Hoornderduin weer duin zal zijn in de juiste zin des woords, een waardige zetel voor moeder natuur die, weggejaagd van andere plaatsen, haar gezag in dit gebied kan herstellen.” 

Lees meer

Luister naar het verhaal van Ed Vermeulen

Een van de bunkers op het strand van de Koog die jaren dienst deed als strandpaviljoen.

Geolocatie: 53°06'03.3"N 4°45'15.9"E - 53.100921, 4.754429

Locatie: Hier, op het zuiderstrand van de Koog, stond de grote bunker waarin Ed Vermeulen ooit als vakantiekracht werkte.

locatie 14

Ed Vermeulen – werkte als vakantiekracht in een buffetbunker

Als neef van een Koger hoteleigenaar kwam Ed Vermeulen elk jaar lange zomers naar Texel. Zijn moeder werkte dan in het hotel, en Vermeulen zwierf door het dorp. Het waren geweldige vakanties, herinnert hij zich. Hoe ouder hij werd, hoe meer klusjes Vermeulen op zich nam. Hij veegde het terras van Het Witte Huis, het hotel van zijn oom en tante. Hij sorteerde er de flesjes. Uiteindelijk kwam hij op het strand terecht, waar hij ging helpen bij het opruimen van verhuurde strandhuisjes. Precies in die jaren werd in de gigantische bunker bij het Zuiderbad een soort horecagelegenheid gevestigd, “een veredeld soort cafetaria”, noemt Vermeulen het nu. Bij Ome Kees, die het cafetaria uitbaatte kon Vermeulen terecht. Hij bracht koffie rond met 5 cent commissie per verkochte kop. 

Het strand zag er toen anders uit dan nu. Er lag een grote betonnen dam, een soort af- en oprit voor amfibievoertuigen over het strand. Wie de Badweg af kwam zag rechts en links grote bunkers. De bunker links stak al redelijk uit de duinen, maar de bunker rechts zat nog in de duinen. Elk jaar dat Vermeulen terug kwam naar Texel zag hij de bunkers meer en meer op het strand staan. Vermeulen herinnert zich nog dat hij terugkwam en opeens om de bunker heen kon lopen. In de bunkers was het vochtig en rook het muf, maar de koeken en de drankjes bleven er koel en vers. 

Vermeulen maakte mee hoe de Duitsers na de oorlog terugkwamen als toeristen. Het waren rijke mensen zag hij, ze hadden leren koffers bij zich, in plaats van de hardkartonnen koffers waarmee Nederlanders op vakantie kwamen. 

Lees meer

Luister naar het verhaal van Frank Groeskamp

De bunkers rondom Loodsmansduin waren een geliefd canvas voor graffiti. Vlak voor de sloop van de bunkers werden ze vastgelegd door schilder-tekenaar Niek Welboren.

Geolocatie: 53°01'13.7"N 4°43'55.0"E - 53.020483, 4.731937

Locatie: hier is niks meer te zien van de tientallen bunkers die hier ooit stonden.

locatie 15

Frank Groeskamp – organiseerde punkfeesten in de bunkers

De familie van Frank Groeskamp ging al jaren op vakantie naar Texel en verbleef dan in de bunkers van het bunkerdorp rond Loodsmansduin. Maar in 1979 werd de grote sprong gemaakt. Groeskamp verhuisde met zijn familie naar Texel en moest de eerste maanden bij zijn oom en tante in een bunker wonen, voordat het huis in Den Hoorn af was. 

De bunkers zouden zijn hele jeugd een grote rol blijven spelen. De Hoornder tieners trokken veelvuldig naar de camping, daar was het levendig, er logeerden veel jonge meisjes en jongens en hier waren de bunkers. Al snel werden die gesloten, maar je mocht er nog vrij rondlopen. Groeskamp en zijn vrienden maakten de dichtgemetselde bunkers weer open. “Je bleek ze uitstekend als een soort jeugdhonk te kunnen gebruiken,” herinnert Groeskamp zich. Met de achtergebleven bedden en inrichting bouwde de Hoornder jeugd een nieuw bunkerdorp voor zichzelf. Een afreageerbunker, een huiskamerbunker, noem maar op. Er kon hard muziek worden gedraaid. Niemand had last van de jongeren hier, het was totaal verlaten. Ze verwarmden de bunkers met tientallen kaarsen. Al spoedig kwamen ook jongeren uit andere delen van het eiland deze kant op. “Het was een groot samen buiten spelen. Er was een grote mate van vrijheid,” herinnert Groeskamp zich. Toen werden de bunkers afgebroken. Groeskamp voelt zich er altijd een beetje schuldig over, alsof het zijn feestjes waren die hier misschien de directe aanleiding voor waren.

 

 

Lees meer

Luister naar het verhaal van Erik van der Spek

Het rechtzetten van de Nederlandse bunker bij Loodsmansduin in 1994. (collectie Peter Hin)

Geolocatie:  53°01'18.5"N 4°43'40.9"E - 53.021798, 4.728018

Locatie: Uitkijkpunt Loodsmansduin. Deze bunker is gebouwd als Nederlandse commandopost van het Rijks- en provinciaal monument Batterij Den Hoorn.

locatie 16

Erik van der Spek - de boswachter bekommert zich om de bunkers

Sinds 1978 is Erik van der Spek boswachter voor Staatsbosbeheer op Texel. Hij kwam met hoge verwachtingen over zijn baan naar het eiland, een romantisch beeld over hoe hij honderd procent van de tijd in de natuur zou kunnen zijn. Tot zijn verbazing was de eerste grote klus die hij kreeg aangereikt het slopen van enkele bunkers. In die tijd werd gedacht  dat alle bunkers hoe dan ook opgeruimd zouden moeten worden. Tegenwoordig wordt er anders over gedacht, en Staatsbosbeheer heeft nog steeds tientallen bunkers onder beheer. Dat zijn potentieel gevaarlijke installaties in natuurgebieden waar veel toeristen  - en soms ook fanatieke bunkerliefhebbers – komen. Als je bij sommige bunkers een betonnen plaat weet weg te schuiven kan je meters diep in een waterkolom vallen, waarschuwt Van der Spek. Gelukkig heeft hij zo’n ongeluk nog nooit meegemaakt. 

De bunkers trekken soms vreemde snuiters aan. Mensen vieren er feestjes, laten er afval slingeren. Maar ook planten die verder niet in de duinen voorkomen en vele soorten insecten weten de bunkers te vinden. 

De Nederlandse bunker op het Loodsmansduin is nu een rijksmonument. Dat vergt extra zorg. Begin jaren ’90 dreigde de bunker wel erg scheef te zakken. Een aannemer had toen een slim idee: als de wind de bunker kan scheef zetten, kunnen we ook met lucht de bunker weer recht blazen. Zo is met perslucht het zand weggespoten en is de bunker weer waterpas gezet. Vijftig centimeter lager dan daarvoor. Nu kan je er zelfs met een scootmobiel komen. “Eerst keken de Hoornder loodsen er uit naar klandizie, toen ons eigen leger en daarna de Duitsers. Vervolgens werd het een toeristisch uitkijkpunt en dat is het nog steeds,” vat boswachter Erik van der Spek de geschiedenis van het Loodsmansduin samen.

Lees meer

Klik op de kaart of scroll hieronder voor vele Texelse geschiedenissen rond de bunkers in het Nationaal Park.

Luister naar het verhaal van Paul Dekker

Paul Dekker en de Duitse veldfles die hij jutte

Geolocatie: 53°01'09.3"N 4°42'36.0"E - 53.019260, 4.710000

Locatie: plek waar Paul Dekker (foto) de Duitse veldfles vond

locatie 1

Paul Dekker - generaties lang jutter in duin en strand

Paul Dekker uit Den Hoorn weet alles over de bijzondere planten en dieren die in het Nationaal Park Duinen van Texel groeien en leven. Hij kent de duinen als zijn broekzak. Maar Dekker ziet meer dan alleen natuur. Door goed naar de duinen en het strand te kijken ontdekt hij een gelaagde geschiedenis van vele duizenden jaren oud. Dekker is jutter, net als zijn vader, grootvader, en ga zo maar door. Bij een verlaging in de duinen ziet hij een oude vaargeul, daar zouden wel eens bijzondere munten kunnen liggen. Bij een vierkante vorm in het zand ziet hij een kist. Het zou munitie kunnen zijn, of een persoonlijke voorraad van iemand lang geleden.

Aan het strand vond hij pas nog een duizenden jaren oude, tot zeis geslepen vuursteen. Zijn kasten thuis staan vol met duinvondsten, een hele apotheek aan Duitse medicijnflesjes uit de Tweede Wereldoorlog, messen, onklaar gemaakte pistolen. Het opsporen van neergeschoten vliegtuigwrakken en hun bemanning is voor Dekker een levenstaak geworden. Bij vondsten die hem dicht bij de dood van een soldaat brengen staan hem de tranen in de ogen. Zoals de Duitse veldfles op deze foto, die Dekker vond in de buurt van Paal 9. Luister naar Dekkers verhaal en krijg misschien zelf zin om op jutterspad te gaan. Maar pas op, zegt Paul, ken de gevaren van al die munitie en mijnen die overal nog kunnen liggen.

Lees meer

Luister naar het verhaal van Gerrit Gerrits

Troepen van de Reichsarbeitsdienst (RAD) bouwen kustverdediging nabij de Koog
(Collectie Paul Dijkstra)

Geolocatie: 53°00'27.6"N 4°42'47.1"E - 53.007661, 4.713076

Locatie: Een groot deel van de Zuidbatterij is bij Paal 9 door kustafslag in zee verdwenen. Bij laag water zijn soms de contouren van bunkers nog in zee te zien. Het echte Paal 9 ligt zuidelijker op het eiland dan het huidige strandpaviljoen Paal 9 doet vermoeden.

locatie 2

Gerrit Gerrits - bunkerexpert van kind af aan

Gerrit Gerrits, oud-onderwijzer uit Den Burg, speelde als klein kindje al bij de bunkers op het strand. Ze fascineerden hem mateloos. Gerrits’ vader werkte bij Rijkswaterstaat en was belast met het opruimen van de bunkers in de duinen en op de stranden. Daar werd thuis altijd ruzie over gemaakt. In 2018 publiceerde Gerrits het boek “Zuidbatterij 1939-1945”. Bunkers zijn een enorme ingreep van de mens in het natuurlijk landschap, zegt hij.

Texel was een belangrijke schakel in de Atlantikwall die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de bezetter langs de Noordzee- en Atlantische kust gebouwd werd. Niet alleen hield Nazi-Duitsland rekening met een geallieerde invasie in Nederland, Den Helder was ook nog een strategisch punt dat mede vanaf Texel verdedigd werd. Zo zijn er in korte tijd tenminste 510 bunkers gebouwd. Een gigantische operatie. In de duinen werden enorme gaten gegraven en grote ladingen gewapend beton gestort. Texelse aannemers hebben er goed aan kunnen verdienen, lacht Gerrits.

Maar, de Texelaars hebben er weinig van kunnen ‘genieten’. De duinen en het strand bleven verboden terrein voor de eilandbewoners. Jammer voor de jutters, want met al die getorpedeerde schepen en zeeslagen was er een goede jut te maken, denkt Gerrits. Nu kent hij verhalen over Duitse soldaten die een gejut wijnvat tot hun spijt aan hun officieren moesten overdragen. Er is goed van gedronken.

Lees meer

Fragment van Duitse stafkaart met de schootsvelden van de langs de kust gestationeerde batterijen aangegeven.  Bron: collectie NIMH

Geolocatie: 53.021773, 4.728046

Locatie: De door Nederlanders gebouwde vuurleidingspost is het meest zichtbare onderdeel van de Marineflakbatterie die hier door de Duitse bezetter werd gebouwd. Vanuit hier werden de bunkers rond Texla, Den Burg, De Waal en Oudeschild beschoten tijdens de Russenoorlog.  

Audio: nog niet beschikbaar (tot na de coronacrisis) 

Voor meer informatie over de Georgische opstand kijk op www.derussenoorlog.nl

locatie 3

Serge Blom - ontdekte dat Hitler alles over Texel wilde weten.

Serge Blom raakte al vroeg geïnteresseerd in de Texelse krijgsgeschiedenis. Als kind lichtte hij stiekem het deksel van de telefoonbunker bij Texla buiten Den Burg en bestudeerde de resten van de Duitse bezetting eronder. Nu doet hij militair historisch onderzoek voor het Nederlands Instituut voor Militaire Historie en organiseert slagveldreizen voor militairen om hen de lessen van slagvelden uit het verleden bij te brengen. In 2016 bracht hij met Rolf de Winter de militair-historische gids ”De Georgische muiterij op Texel; april-mei 1945” uit.

Texel is een van de plekken waar Blom graag mensen rondleidt. Het is een goed voorbeeld van de dilemma’s waar militairen mee te maken krijgen als de burgerbevolking verzeild raakt in een militair conflict. Op 6 april 1945 kwamen de Georgische soldaten in Duitse krijgsdienst in opstand. Ze wilden hun reputatie redden voor de geallieerden hen als collaborateurs van de Duitsers naar de Sovjet-Unie zouden terugsturen. Bij aanvang van de opstand riepen de Georgiërs alle Texelaars op mee te helpen om Texel te bevrijden. Met de bevrijding van Europa in het vooruitzicht verzeilden Texelaars in de strijd. De Duitsers beschouwden hierna ook Texelaars als de vijand en verrichten op meerdere plekken executies. “En dan,” zegt Blom, “zorg je er zeker voor dat de bevolking zich tegen je keert. De Duitsers hadden moeten begrijpen dat de Texelaars niet per se tegen de Duitsers wilden vechten.”

Om de opstand te doen slagen moesten de Georgiërs koste wat kost de vele batterijen in de duinen van Texel veroveren. Maar de Duitse Ostlegionen, gevormd uit aan het Oostfront gemaakte krijgsgevangenen, hadden niets te zoeken in de batterijen. Daar zaten alleen Duitse soldaten van de marine. Met een groot, conventioneel aanvalsplan werd de Opstand de kop ingeslagen. Vele Duitse soldaten werden ingevaren vanuit Den Helder. in de Duinen en bossen wist een deel van de Georgiërs zich in de hieropvolgende partizanenstrijd staande te houden. Hitler is in die laatste oorlogsdagen elke dag van de strijd op de hoogte gehouden. Hij vroeg er zelfs twee keer naar, ontdekte Blom in de archieven.

Lees meer

Luister naar het verhaal van Cor Kievits

Beeld van de kazerne bij de Mokbaai, gezien vanuit een Engelse beaufighter tijdens een luchtaanval.  (Bron: Phil Simmonds, UK) 

Geolocatie: 53°00'05.0"N 4°45'40.1"E - 53.001389, 4.761149

Locatie: Monument voor de tien omgekomen Texelaars voor de ingang van de Joost Dourleinkazerne aan de Mokbaai.

Voor meer informatie over de Georgische opstand en Cor Kievits kijk op www.derussenoorlog.nl

locatie 4

Cor Kievits - bijna geëxecuteerd bij de Mokbaai

Cor Kievits, overleden in 2018, was lange tijd een van de weinige (oud-)Texelaars die een van de gruwelijkste episodes van de Tweede Wereldoorlog op Texel kon navertellen. De meeste slachtoffers van de Russenoorlog vielen onder Duitse en Georgische soldaten. Maar ook burgers werden een partij. Door bijvoorbeeld op de oproep van de Georgiërs in te gaan om mee te vechten aan hun kant en Texel te bevrijden. Of door in het verzet te gaan. Of door Georgiers onderdak en eten te bieden, iets waarop door de Duitse bezettingsmacht de doodstraf was ingesteld. 

Cor Kievits woonde aan het Schilderend in Den Burg. Zijn vader werkte voor het verzet en werd opgepakt en in februari 1945 vermoord in concentratiekamp Neuengamme. Kievits had daardoor een extra reden om wel tegen de Duitsers te willen vechten. Zodra de Georgiërs in opstand kwamen trok hij naar bunkercomplex Texla om een geweer te regelen.  Onderweg wilden ze wat jongens ophalen om auto’s te repareren voor de Georgiërs, maar waar ze ook aanbelden, geen moeder liet haar jongen gaan. Met jeugdige overmoed trokken ze door Den Burg, pistool in de riem, geweer om de schouder. Achter een boom stonden twee soldaten met geweren. Ze richtten hun vlammenwerper op de jongens en dwongen ze mee te lopen. Aan de rand van Den Burg, in de toenmalige Weststraat stond een Duitse vrachtwagen klaar. “Was wollen sie?” vroeg een soldaat aan Cor en zijn vrienden. “Wir wollen die Deutschen bekämpfen,” antwoordde een, nog steeds in de veronderstelling dat ze met Georgiërs te doen hadden. Toen was het afgelopen. Cor en nog 1 andere Texelse mannen tussen de 18 en 40 werden op de wagen gezet en naar de kazerne aan de Mokbaai gereden. Tien mannen werden nog die dag doodgeschoten. Aan de Mokbaai staat nog steeds een monument te hunner ere. Luister hier hoe Cor Kievits en zijn vriend Theo wisten te ontkomen. 

Lees meer

Luister naar het verhaal van Michel Binsbergen

Shots uit de natuurfilm: “Texel, Parel der Waddeneilanden” door Van de Horst en Binsbergen

Geolocatie: 53°03'06.4"N 4°44'36.6"E - 53.051763, 4.743512

Locatie: Omgeving waar Michel Binsbergen woonde tijdens de laatste oorlogsmaanden

locatie 5

Michel Binsbergen - bevriend met Georgische soldaten

De bossen en duinen van Texel waren vergeven van bunkers, slaapkwartieren, verdedigingswerken en mijnenvelden. Nauwelijks een Texelaar mocht er komen. Of toch? In 1942 arriveerde filmmaker Nol Binsbergen op Texel om samen met de toenmalig directeur van het Texels Museum Herman van de Horst een natuurfilm over Texel te maken. De film was besteld door de bootonderneming TESO, in afwachting van betere tijden voor het toerisme op Texel. In beeld komen de lepelaars en vele andere vogels van het eiland. Van de oorlog en de oorlogswerkzaamheden in de natuurgebieden is niks te zien. In een schitterende scène lopen de filmmakers door de duinen met lange, houten statieven op zoek naar mooie shots van vogels. Met een luciferdoosje laten ze de vogels aan de aanwezigheid van mensen wennen, net zolang tot ze hun kostbare maar lawaaiige filmcamera aan durven te zetten voor een opname.  

Het gezin Binsbergen kwam mee naar Texel. Tot in mei 1944 woonden ze in een huis bovenop het duin in De Koog. Toen dat werd ontruimd door de Duitsers vonden de Binsbergens onderdak in een houten vakantiehuis van de familie Drijver aan de bosrand, een huis dat er steeds in originele staat bestaat. Zij zagen de Brits-Indiërs in de Koog, en later, in het bos, de Georgiërs, die langs kwamen met hun gezang, schitterend vonden de Binsbergens het. In het doolhof dat zoon Michel en zijn broer in kreupelhout in het bos gebouwd hadden wisten twee Georgiërs zich tijdens de Russenoorlog succesvol te verstoppen tot de oorlog ook op Texel voorbij was. “Warlam en Arkady,” herinnert Michel zich de twee. Hij is ze nog vaak gaan opzoeken, in Abchazië en Georgië waar de twee na de oorlog weer woonden. 

 

Lees meer

Luister naar het verhaal van Gré Dros

Feestelijke opening van de weg naar Paal 9, omstreeks 1950. (collectie Gré Dros) 

Geolocatie: 53°01'28.9"N 4°42'57.0"E - 53.024696, 4.715841

Locatie: tot deze schuren liep de weg vanuit Den Hoorn. De zee was vanaf hier nog veel verder weg dan nu, na vele jaren kustafslag sinds de oorlog.

locatie 6

Gré Dros - Opgroeien in de oorlog

Hoornder bakkersdochter Gré Dros zag hoe in 1939 gemobiliseerde Nederlandse troepen de kazematten rondom het Loodsmansduin bouwden. Even later nam de Duitse bezettingsmacht de complexen in. De oorlog in Den Hoorn begon met een luchtaanval op Vliegbasis de Mok, waar watervliegtuigen gelegerd waren. “Ik weet nog dat ik toen voor het eerst heel bang was. Je hoorde aan één stuk door verschrikkelijke explosies en gierende vliegtuigen die een duikvlucht maakten met zo'n gierend geluid. En dan hoorde je weer bommen en ratelende geschiet.” 

Gré Dros beleefde haar puberjaren in de Tweede Wereldoorlog. Geen vrijen in de duinen, geen zondagen naar het strand. “Maar,” zegt Dros, “een echt strandleven was er toen ook nog niet. Een Hoornderslag bestond nog niet, de huidige weg naar Paal 9 liep dood op de grote schuur in het Grote Vlak.” Voor de oorlog ging een dagje naar het strand helemaal naar Paal 15, het strand van Den Burg. 

De oorlog bracht veel bedrijvigheid met zich mee. Dros herinnert zich hoe de vrachtwagens vol bouwmaterialen naar de duinen reden. Ze herinnert zich alle liederen van de Duitse soldaten en de gastarbeiders. Een voor een werden de vriendinnen van Dros gecharterd om voor de Duitsers te werken, aardappels schillen, dat soort klussen. Pas na de oorlog werd aan een door de Duitsers gebouwde weg het strand bij Paal 9 geopend. Tot die tijd gingen alleen jutters, strandvonders en spelende jongens daarheen, vertelt Dros.

Lees meer

Luister naar het verhaal van Jacques Dijt

Duitse soldaten ontspannen bij een bunker. (Bron: Paul Dijkstra) 

Geolocatie: 53°01'18.6"N 4°43'55.1"E - 53.021822, 4.731968

Locatie: hier stonden de woonbunkers en kantine van de batterijen die hier stonden opgesteld tijdens de oorlog.

locatie 7

Jacques Dijt – bevriend met Duitse soldaten

De vader van Jacques Dijt was boer aan Westergeest, in het Hoge Berggebied. Elke dag liep Dijt met zijn schooltas over de Schansweg naar Den Burg, om naar school te gaan. 

“Voor jongens van onze leeftijd was de oorlog een prachtige tijd!” zegt Dijt. “Van de oorlog merkte je niet veel, maar Duitse soldaten zagen we wel.” Volgens Dijt wisten zijn ouders precies voor welke Duitsers je moest oppassen, en met welke Duitsers je prima kon omgaan. Op het hoogste punt van de Schansweg stond jeugdherberg Panorama, waar veel Duitsers gevestigd waren. Op een dag, laat in 1944, sprak een van die Duitsers Jacques aan. Hij drukte een enorme doos met speelgoed in zijn armen. Een leger aan tinnen soldaatjes, een molen waar je zand in kon stoppen en waar de wieken het zand mechanisch naar beneden deden gaan, in de bak van een vrachtwagen die achter een luikje beneden stond opgesteld. Dijt heeft de molen nog steeds en laat het nog steeds functionerende mechanisme zien. Het is nog steeds magisch. “Ik was natuurlijk enorm blij, dat hadden we in de oorlog niet.” Pas later hoorde Dijt dat het gezin van de soldaat, inclusief zijn kleine kindjes, bij een geallieerd bombardement op zijn thuisstad was omgekomen. Daarom kreeg hij die doos. 

Elke dag kwam een Duitse wagen met paarden ervoor langsgereden. Soms liftte Dijt mee en mocht hij mee naar de Zuidbatterij. Daar hadden ze tenminste nog echte voetballen, de Texelse kinderen moesten het met papierproppen doen. Op de Zuidbatterij voetbalden ze met de jonge Duitsers. “Na de oorlog werden ze met de nek aangekeken, maar dat is natuurlijk helemaal onterecht. Net als bij die Russen. Er waren veel goede Duitsers en Georgiërs bij.”

Een van hen, Theo, kwam stiekem thuis bij Dijt om Radio Oranje te luisteren. Dan wist hij tenminste wat er echt gebeurde, de Nazi-radio liet alleen propaganda horen. Met Theo en nu met zijn nakomelingen hebben de Dijten nog steeds contact, het zijn echte vrienden geworden.

Lees meer

Luister naar het verhaal van Teun Dekker

De trein op Texel (Collectie LOMT) 

Geolocatie:  53°02'22.5"N 4°50'57.1"E - 53.039569, 4.849197

Locatie: Dekker begon zijn ritten achter het Pakhuis van Keijser aan de haven in Oudeschild 

locatie 8

Teun Dekker – machinist op een Texelse duintrein

Het klinkt nu ongelofelijk, maar in de Tweede Wereldoorlog liepen er twee treintrajecten over Texel. Goed, het was smalspoor met een klein locomotiefje, maar treinen waren het. Een treinspoor liep van de toenmalige loswal in Oost naar het vliegveld, een ander liep van Oudeschild langs de dijk naar het zuiden, en dan via de Mokbaai door de duinen richting Paal 6 noordwaarts langs de binnenkant van de duinen naar de Koog. Beide spoorlijnen waren bedoeld om materialen voor de bouw van de Atlantikwall naar de bouwplaatsen te krijgen. 

Als 15-jarige werd Teun Dekker gecharterd om mee te werken aan de bouw van het spoor. Hij vond het mooi werk: de spijkers door de rails jagen, de bielzen op zijn plek leggen. Hij werd er goed voor betaald en het hield hem van huis. Daarna werd hij stoker en zorgde ervoor dat de locomotief op stoom bleef. Nog even later werd hij machinist en reed de treintjes over het zuidelijk spoor langs de Mok naar het duingebied. 

Dekker zag niet veel van de bunkerbouw. Daar werd hij buiten gehouden. Hij kiepte zijn karretjes en keerde weer terug. Als ze langs het grote gezin Maas bij de Schansweg kwamen gooide hij wat briketten naar beneden, dan bleven zij ook in warmte. Zo ging het door, het treintje ging langzaam en heel opwindend was het baantje niet, herinnert Dekker. Tot hij op een dag terug naar Oudeschild reed en in de verte twee zwarte stipjes in de lucht snel groter zag worden. Hij wierp zich op de grond van zijn locomotief, maar zijn collega was te laat en werd doorzeefd. Dekker waarschuwde een arts en liep naar huis. De volgende dag was het alsof er niets gebeurd was, en reed hij weer het locomotiefje het dorp uit, de lange twintig kilometer tot aan De Koog, een kleine twee uur gaans. 

Lees meer

Luister naar het verhaal van Dick Drijver

Drie generaties duinboeren (Bron: familie Drijver)

Geolocatie: 53°00'45.8"N 4°45'00.5"E - 53.012718, 4.750145

Locatie: De duinschuur van Dick Drijver, het enige overgeblevene van generaties Drijvers die hier in de duinen boerden

 

locatie 9

Dick Drijver - duinboer in de oorlog

Dick Drijver was duinboer, net als zijn vader. Zijn grootvader was duinboer en zijn overgrootvader was duinboer. De Drijvers woonden in Den Hoorn en pachtten arme duingrond van Staatsbosbeheer, 150 hectare in totaal. Ze hadden een schuur bij de Mokbaai en lieten er hun schapen lopen. Maar dat was niet de enige handel. De Drijvers waren fervente stropers, zelfs in tijden van de Duitse bezetting. Maar het was gevaarlijk. De Duitsers hadden de vader van Drijver weliswaar als een van de weinigen een vergunning gegeven om in de duinen te mogen komen om zijn schapen te weiden, maar stropen was streng verboden. Net als jutten, of naar het strand gaan.   

Maar Dick en zijn vader lieten zich er weinig aan gelegen. Ze trokken door de duinen en zagen rare dingen. Eens zag Drijver een Hoornder meisje met een Duitse soldaat vrijen. De naam van het meisje heeft hij nooit met iemand willen delen. Dick en zijn vader zagen de bunkers verrijzen. Soms werden ze met paard en wagen en al gevorderd om een vracht te vervoeren, naar Paal 12 of verder. Daar zagen ze de ”Chinese Muur” verrijzen, een wonderlijke, lange verdedigingsconstructie die nog jarenlang bij Paal 12 in het water zichtbaar is geweest.  Maar wat ze ook zagen was een explosieve toename van de konijnenpopulatie, in de luwte van de oorlog. Er werd niet meer gestroopt door de Texelaars, niet meer gewandeld en verstoord. Het waren gouden jaren voor de natuur. Alleen zijn vader, een arme boer, kon het stropen niet laten. Vele familieleden en kennissen aten ervan.  Op een dag betrapten de Duitsers hem en overvielen hem thuis. In de schuur hing een flinke voorraad konijnen. Drijver moest helemaal naar Amsterdam, naar de beruchte Euterpestraat, het hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst. Alleen door het onnozele Texelse boertje uit te hangen wist hij een straf te ontlopen, vertelde hij zijn zoon Dick. 

Lees meer

Luister naar het verhaal van Adriaan Dijksen

Artikel uit de Texelsche Courant van 26 maart 1949. (Bron: Kranten Regionaal Archief Alkmaar) 

Geolocatie: 53°07'18.2"N 4°47'09.1"E - 53.121725, 4.785864

Locatie: de Muy op Texel werd ook in de oorlogsjaren door de boswachters beschermd. Maar de Duitse troepen hielden hier ook oefeningen en aan de zeereep werden mijnenvelden aangelegd. Vele Georgiërs wisten in het struikgewas van de Muy zich te verbergen voor de Duitsers in de nadagen van ‘de Russenoorlog’. Een van de bosjes in het natuurreservaat wordt nog steeds het Russenbossie genoemd.

locatie 10

Adriaan Dijksen – het natuurbeheer in de oorlog ging door

Adriaan Dijksen is een van de meest ervaren kenners van de Texelse natuur.
Hij schreef onder andere de “gids voor de vogels van Texel”, “de wilde
planten van Texel” en “Texel natuurlijk”. Ook dook hij in de archieven van
het natuurbeheer op Texel. Het is altijd moeilijk voor te stellen voor de
vele generaties Nederlanders die de oorlog vooral uit familieverhalen,
geschiedenisboeken en films kennen, maar inderdaad; ook in de oorlog ging
het leven door. Zelfs het natuurbeheer. De Duitsers, stelt Adriaan Dijksen,
hadden hier zelfs speciale aandacht voor. Hoewel, de militaire oefeningen
die zij in duinen en natuurgebieden organiseerden tijdens het broedseizoen
hadden geen gunstig effect op de lepelaarkolonie. Maar over het algemeen,
weet Dijksen, waren zij zeer gevoelig voor het commentaar van de lokale
boswachters.

Dat de duinen niet te bezoeken waren door Texelaars en toeristen was een
zegen voor de natuur, zegt Dijksen. Nooit waren de duinen zo ongestoord. Na
de oorlog werd dan ook een recordaantal roofvogels geteld op Texel. Maar in
die rust zagen de Brit-Indische soldaten die op Texel gelegerd waren een
buitenkansje. Zij waren in Noord-Afrika gevangen genomen door de Duitsers
en verkozen Duitse krijgsdienst boven krijgsgevangenschap. Op Texel hadden
ze veel en vaak vriendelijk contact met de Texelaars, waar ze bekend kwamen
te staan om de voor die tijd exotische ingrediënten in hun Rode
Kruispakketten. Toen enkele Brits-indische soldaten in de Muy de toen al
beschermde lepelaars zagen broeden zagen zij hun kans schoon en pakten
enkele eieren en jonge vogels voor eigen consumptie. Dat werd gezien door
de boswachter, die het aankaartte bij de Duitse commandant. Sindsdien waren
de lepelaars ook voor de bezetter een beschermde vogel waar de militairen
niet bij mochten komen.

Lees meer

Luister naar het verhaal van Floris Parlevliet

De woonbunker van de familie Parlevliet.

Geolocatie: 53°01'17.4"N 4°43'54.4"E - 53.021499, 4.731789

Locatie: van het bunkerdorp is weinig meer te zien. In de jaren ’80 liet Staatsbosbeheer de meeste bunkers verwijderen of afdekken met zand. 

locatie 11

Floris Parlevliet - woonde na de oorlog in een bunker

Aan het eind van de oorlog was er woningnood op Texel. Veel huizen waren kapotgeschoten. De economie moest weer worden opgestart. In de vele bunkers rondom het Loodsmansduin nabij Den Hoorn werden Texelse gezinnen geplaatst, een divers gezelschap. “Je had een bouwkundig tekenaar, een bloembollenboer, een schoenmaker, noem maar op,” zegt Floris Parlevliet. Het bunkerdorp werd een gezellig dorpje, een gemeenschap op zich, waar de kinderen water haalden in de bron in het duindal. Het was eenvoudig wonen, maar, zegt Parlevliet: “het was een gouden tijd. We jutten, we stroopten, niemand hield ons in de gaten.” De ondernemers uit Den Hoorn kwamen op bakfietsen de duinen omhoog om de boodschappen te brengen, de melkboer, de slager, de bakker, iedereen kwam langs. Zelf gingen de bewoners druk aan de slag met de dikke muren. Ze zaagden er ramen in, installeerden kachels, verfden de bunkers wit, alles om het maar zo leefbaar mogelijk te maken. Op onze daken vingen ze regenwater op in betonnen bakken, om de was mee te doen, want dat water halen was een heel karwei. 

De duinen waren al schoongemaakt, er lagen nog wat kabels en oud ijzer. Ergens lagen nog twee Rolls Roycemotoren van neergestorte vliegtuigen, maar veel meer vond Parlevliet niet. 

In ’54-’55 moesten de bunkerbewoners weg. De Stichting Sociaal Toerisme wilde de bunkers als vakantieverblijf inrichten. De meeste bewoners werden naar het nieuwe Plan Zuid in Den Burg overgebracht. De vader van Parlevliet bleef boeren in Den Hoorn.

Lees meer

Luister naar het verhaal van Daan Welboren

Luchtfoto van het bunkerdorp, onderin de kantine en de bedrijfswoning. (Bron: Paul Dekker) 

Geolocatie: 53°01'15.6"N 4°43'53.0"E - 53.020996, 4.731381

Locatie: de oude bedrijfswoning van het bunkerdorp is nu volledig herbouwd tot een privé-woning.

locatie 12

Daan Welboren – schilderde de bunkers om tot camping

In 1959 zegden de ouders van Daan Welboren hun baan bij de boekwinkel in Den Burg op en werden bedrijfsleider van “Kampeercentrum Loodsmansduin” nabij Den Hoorn. Zo kregen zij de leiding over het bunkerdorp en alle velden eromheen. De camping was pas net een paar jaar open, nadat het gebruikt werd als bunkerdorp door Texelaars als Floris Parlevliet (zie verhaal 11). Het was een tijd waarin het toerisme enorm groeide: van een paar honderd kampeerders in het seizoen eind jaren ’50 groeide het in de jaren ’60 en ’70 tot wel 4500 kampeerders rondom het bunkerdorp, een ongelofelijk aantal, veel meer dan tegenwoordig. 

De camping was een groot avontuur. In de oude kantine van de Duitse soldaten werd een restaurant ingericht, de bunkers werden elk jaar gezelliger gemaakt om als vakantiehuisjes verhuurd te kunnen worden. Hoewel dat bij sommige gasten de wenkbrauwen deed optrekken, vakantiehuizen in dikke, muffe bunkers? Maar de huisjes konden op vaste gasten rekenen. De witte huisjes op het duin blonken de buitenwereld tegemoet, zo wit dat het bunkerdorp ook wel de Kashba werd genoemd.

Welboren herinnert zich hoe koud het in die bunkers kon zijn. In het stapelbed in zijn slaapkamer vroren de dekens aan het bed vast, grapt hij. 

In de jaren ’80 begon Staatsbosbeheer en het verantwoordelijk ministerie zich te roeren. De terreinen moesten worden teruggegeven aan de natuur, en tot Daan Welborens grote spijt betekende dat niet alleen het halveren van de camping, maar ook het opblazen of ondergraven van de bunkers uit het bunkerdorp. De straatjes werden opgebroken, de toiletgebouwen afgebroken. “Met de kennis van nu zouden we dit nooit gedaan hebben,” zegt Welboren, “dan zou het gerestaureerd worden en een ander doel krijgen.”

Lees meer

Luister naar het verhaal van Harry de Graaf

Opruimen van de betonnen oprit naar de bunkers op het strand bij De Koog (paal 20). Bron: Jaap Kreeft via Luchtvaart- en oorlogsmuseum Texel

Geolocatie: 53°05'01.1"N 4°44'20.1"E - 53.083636, 4.738923

Locatie: Waar zouden ze gestaan hebben, de talloze bunkers ook bij Paal 17? Hier verrichte Harry de Graaf zijn springstofexperimenten. De knallen waren tot in Den Burg te horen.

locatie 13

Harry de Graaf – probeerde zelf bunkers tot ontploffing te brengen

Nadat Harry de Graaf als vierjarig kind een gigantische ontploffing van een Duitse munitiewagen meemaakt blijft hij gefascineerd door vuur en springstoffen. Gedurende zijn jeugd gooit hij stofjes bij elkaar en zoekt recepten van buskruit. Hij neemt facultatieve lessen scheikunde en bestudeert nitraatverbindingen. Hij koopt zwavel, gebruikt kunstmest en houtskool en probeert diverse formules uit. “Dat ik mijn beide handen nog heb is een wonder.”  In de lege bunkers in de duinen en aan het strand brengt hij zijn thuisgemaakte bommen tot ontploffing. De knallen klinken tot in zijn woonplaats Den Burg. Als hij terugfietst en hij de Burgers hoort praten over de knallen grijnst de Graaf van oor tot oor, “dat gaf geweldige voldoening.” Zelfs zijn schoolsurprises voor Sinterklaas bestonden uit ontplofbare bomkado’s.

De Graaf maakt als scholier al films en fotografeert. Zo wordt hij gevraagd om fotoreportages te maken voor de Texelse Courant. Toepasselijk genoeg is zijn eerste opdracht het vastleggen van het laten springen van de bunkers die uit de duinen dreigen te vallen. Nu kan hij zien hoe vakmensen het aanpakken. Dat ze ammoniumnitraat gebruiken voor de springstof. Hoe ze gaten boren in de bunkers om de springstof in aan te brengen. Het wordt De Graafs toepasselijke eerste artikel voor de Texelsche Courant: “de firma Kruk maakt korte metten met de bunkers.” Het artikel, uit de krant van 8 januari 1963, laat zien hoe er in die tijd over de bunkers werd gesproken: “het geeft voldoening dat de zuidelijke duingordel straks ontdaan zal zijn van vele smetten, dat het Hoornderduin weer duin zal zijn in de juiste zin des woords, een waardige zetel voor moeder natuur die, weggejaagd van andere plaatsen, haar gezag in dit gebied kan herstellen.” 

Lees meer

Luister naar het verhaal van Ed Vermeulen

Een van de bunkers op het strand van de Koog die jaren dienst deed als strandpaviljoen.

Geolocatie: 53°06'03.3"N 4°45'15.9"E - 53.100921, 4.754429

Locatie: Hier, op het zuiderstrand van de Koog, stond de grote bunker waarin Ed Vermeulen ooit als vakantiekracht werkte.

locatie 14

Ed Vermeulen – werkte als vakantiekracht in een buffetbunker

Als neef van een Koger hoteleigenaar kwam Ed Vermeulen elk jaar lange zomers naar Texel. Zijn moeder werkte dan in het hotel, en Vermeulen zwierf door het dorp. Het waren geweldige vakanties, herinnert hij zich. Hoe ouder hij werd, hoe meer klusjes Vermeulen op zich nam. Hij veegde het terras van Het Witte Huis, het hotel van zijn oom en tante. Hij sorteerde er de flesjes. Uiteindelijk kwam hij op het strand terecht, waar hij ging helpen bij het opruimen van verhuurde strandhuisjes. Precies in die jaren werd in de gigantische bunker bij het Zuiderbad een soort horecagelegenheid gevestigd, “een veredeld soort cafetaria”, noemt Vermeulen het nu. Bij Ome Kees, die het cafetaria uitbaatte kon Vermeulen terecht. Hij bracht koffie rond met 5 cent commissie per verkochte kop. 

Het strand zag er toen anders uit dan nu. Er lag een grote betonnen dam, een soort af- en oprit voor amfibievoertuigen over het strand. Wie de Badweg af kwam zag rechts en links grote bunkers. De bunker links stak al redelijk uit de duinen, maar de bunker rechts zat nog in de duinen. Elk jaar dat Vermeulen terug kwam naar Texel zag hij de bunkers meer en meer op het strand staan. Vermeulen herinnert zich nog dat hij terugkwam en opeens om de bunker heen kon lopen. In de bunkers was het vochtig en rook het muf, maar de koeken en de drankjes bleven er koel en vers. 

Vermeulen maakte mee hoe de Duitsers na de oorlog terugkwamen als toeristen. Het waren rijke mensen zag hij, ze hadden leren koffers bij zich, in plaats van de hardkartonnen koffers waarmee Nederlanders op vakantie kwamen. 

Lees meer

Luister naar het verhaal van Frank Groeskamp

De bunkers rondom Loodsmansduin waren een geliefd canvas voor graffiti. Vlak voor de sloop van de bunkers werden ze vastgelegd door schilder-tekenaar Niek Welboren.

Geolocatie: 53°01'13.7"N 4°43'55.0"E - 53.020483, 4.731937

Locatie: hier is niks meer te zien van de tientallen bunkers die hier ooit stonden.

locatie 15

Frank Groeskamp – organiseerde punkfeesten in de bunkers

De familie van Frank Groeskamp ging al jaren op vakantie naar Texel en verbleef dan in de bunkers van het bunkerdorp rond Loodsmansduin. Maar in 1979 werd de grote sprong gemaakt. Groeskamp verhuisde met zijn familie naar Texel en moest de eerste maanden bij zijn oom en tante in een bunker wonen, voordat het huis in Den Hoorn af was. 

De bunkers zouden zijn hele jeugd een grote rol blijven spelen. De Hoornder tieners trokken veelvuldig naar de camping, daar was het levendig, er logeerden veel jonge meisjes en jongens en hier waren de bunkers. Al snel werden die gesloten, maar je mocht er nog vrij rondlopen. Groeskamp en zijn vrienden maakten de dichtgemetselde bunkers weer open. “Je bleek ze uitstekend als een soort jeugdhonk te kunnen gebruiken,” herinnert Groeskamp zich. Met de achtergebleven bedden en inrichting bouwde de Hoornder jeugd een nieuw bunkerdorp voor zichzelf. Een afreageerbunker, een huiskamerbunker, noem maar op. Er kon hard muziek worden gedraaid. Niemand had last van de jongeren hier, het was totaal verlaten. Ze verwarmden de bunkers met tientallen kaarsen. Al spoedig kwamen ook jongeren uit andere delen van het eiland deze kant op. “Het was een groot samen buiten spelen. Er was een grote mate van vrijheid,” herinnert Groeskamp zich. Toen werden de bunkers afgebroken. Groeskamp voelt zich er altijd een beetje schuldig over, alsof het zijn feestjes waren die hier misschien de directe aanleiding voor waren.

 

 

Lees meer

Luister naar het verhaal van Erik van der Spek

Het rechtzetten van de Nederlandse bunker bij Loodsmansduin in 1994. (collectie Peter Hin)

Geolocatie:  53°01'18.5"N 4°43'40.9"E - 53.021798, 4.728018

Locatie: Uitkijkpunt Loodsmansduin. Deze bunker is gebouwd als Nederlandse commandopost van het Rijks- en provinciaal monument Batterij Den Hoorn.

locatie 16

Erik van der Spek - de boswachter bekommert zich om de bunkers

Sinds 1978 is Erik van der Spek boswachter voor Staatsbosbeheer op Texel. Hij kwam met hoge verwachtingen over zijn baan naar het eiland, een romantisch beeld over hoe hij honderd procent van de tijd in de natuur zou kunnen zijn. Tot zijn verbazing was de eerste grote klus die hij kreeg aangereikt het slopen van enkele bunkers. In die tijd werd gedacht  dat alle bunkers hoe dan ook opgeruimd zouden moeten worden. Tegenwoordig wordt er anders over gedacht, en Staatsbosbeheer heeft nog steeds tientallen bunkers onder beheer. Dat zijn potentieel gevaarlijke installaties in natuurgebieden waar veel toeristen  - en soms ook fanatieke bunkerliefhebbers – komen. Als je bij sommige bunkers een betonnen plaat weet weg te schuiven kan je meters diep in een waterkolom vallen, waarschuwt Van der Spek. Gelukkig heeft hij zo’n ongeluk nog nooit meegemaakt. 

De bunkers trekken soms vreemde snuiters aan. Mensen vieren er feestjes, laten er afval slingeren. Maar ook planten die verder niet in de duinen voorkomen en vele soorten insecten weten de bunkers te vinden. 

De Nederlandse bunker op het Loodsmansduin is nu een rijksmonument. Dat vergt extra zorg. Begin jaren ’90 dreigde de bunker wel erg scheef te zakken. Een aannemer had toen een slim idee: als de wind de bunker kan scheef zetten, kunnen we ook met lucht de bunker weer recht blazen. Zo is met perslucht het zand weggespoten en is de bunker weer waterpas gezet. Vijftig centimeter lager dan daarvoor. Nu kan je er zelfs met een scootmobiel komen. “Eerst keken de Hoornder loodsen er uit naar klandizie, toen ons eigen leger en daarna de Duitsers. Vervolgens werd het een toeristisch uitkijkpunt en dat is het nog steeds,” vat boswachter Erik van der Spek de geschiedenis van het Loodsmansduin samen.

Lees meer

Over de maker

Arnold van Bruggen (1979) is filmmaker en schrijver voor zijn bedrijf Prospektor. In 2010 maakte hij de film De Russenoorlog, over de bloedige nadagen van de Tweede Wereldoorlog op zijn geboorte-eiland Texel. Voor het Nationaal Park Duinen van Texel keerde hij terug naar Texel in oorlogstijd en verzamelde verhalen van ooggetuigen van de oorlog, maar ook van velen die na de oorlog met de bunkers en restanten van de oorlog in de Texelse duinen in aanraking kwamen. "Het is niet voorstelbaar, dat die meer dan 500 bunkers in ongeveer twee jaar tijd zijn aangelegd in een oorlog die al weer snel was afgelopen. Decennia later beklimmen we die kolossen nog steeds en maken ze nog steeds indruk in het Texels landschap. Daarom juist wilde ik ook niet alleen maar oorlogsverhalen verzamelen, maar juist ook hoe er met de erfenis van die oorlog nadien werd omgegaan."

Colofon

Deze tentoonstelling is mede mogelijk gemaakt door:
Texelfonds, Stift, Provincie Noord Holland, Rabobank

Deze tentoonstelling is gemaakt door Arnold van Bruggen en Anoek Steketee in opdracht van Nationaal Park Duinen van Texel.
Met veel dank aan Gelein Jansen (Historische Vereniging Texel), Jan Nieuwenhuis (Luchtvaart- en Oorlogsmuseum Texel) en alle geinterviewden.

Audionabewerking: Bjorn Warning
Vormgeving en website: Netgemak
Tentoonstellingsbouw: Expotise