Dag van het Nationaal Park - deel 3

20 mei 2019

“De natuur laat mij nooit meer los!”

Dit jaar staat de Dag van het Nationaal Park in het teken van ‘natuurschatten’. Om deze dag te vieren spreken we met verschillende Texelaars die al jaren in de duinen van Texel komen en de natuurschatten van vroeger en nu kennen. Wat willen de schatbewaarders van de natuur meegeven aan de generatie van de toekomst?

Als klein jongetje vogelen met de buurman tot zelfstandig inventariseren en uiteindelijk Boswachter bij Staatsbosbeheer worden. Na hier 36 jaar werkzaam te zijn geweest, kan de 67-jarige Kees zeggen dat hij zijn baan en vooral de liefde voor de natuur nooit volledig loslaat. Kees Bruin is én blijft altijd een echte natuurman.

Opgegroeid met vogelen

Een van de vakantiegangers die in het huis van zijn ouders verbleef gedurende de zomer was een biologieleraar uit Amstelveen. Hij stimuleerde de toen nog 10-jarige Kees om te beginnen met vogelen. De vakantieganger leerde hem trucjes en gaf hem zo nu en dan een vogelboek. Na flink oefenen mocht Kees dan eindelijk echt mee met de vogelwachters. “Samen met drie andere kinderen uit groep zeven mochten wij een heel vogelseizoen meehelpen bij De Geul,” vertelt hij. Een van de vogelwachters was zijn buurman. Met wie Kees zijn eerste jaar nog als vogelwachter in De Geul samenwerkte. “Het zat dus allemaal erg dichtbij.”

 

Na enkele jaren studie in Amsterdam kwam Kees al gauw tot de conclusie dat hij terugverlangde naar Texel. Dit moest zijn werkplek worden. “Ik dacht alleen maar: ik wil in die duinen,” vertelt Kees enthousiast. En dat kon. Hij ging aan de slag als, wat nu heet, Boswachter Ecologie. Het begeleiden van projecten op natuurgebieden, het inventariseren en beheer waren op zijn lijf geschreven. Kees gaf daarnaast excursies voor de echte fanatiekelingen, maar ook voor kleuterscholen en groepen toeristen. “Als ik het veld maar in mocht.”

 

Ervaringen als boswachter en daarna…

Na 36 jaar werkzaam te zijn geweest als boswachter, kan Kees zeggen dat hij zijn baan en vooral de liefde voor de natuur nooit volledig loslaat. “Ik ben nu officieel vrijwilliger bij Staatsbosbeheer,” vertelt hij. Kees inventariseert nu nog regelmatig planten en houdt hierdoor contact met het terrein en de natuur. “Ik hoop nog veel mooie dingen in de natuur van het Nationaal Park Duinen van Texel mee te maken de komende jaren.”

 

Een van de gebieden waar Kees het liefste is, is in het stroomgebied van De Moksloot dat zich uitstrekt tot de Westerduinen. “Ik ben heel persoonlijk betrokken geweest bij het monitoren van dit gebied, waarin in 1993 het ‘Mokslootproject’ is uitgevoerd,” vertelt Kees. Eerst is het boerenland geweest, toen is het in 1956 waterwerving gebied geworden. Vervolgens is het gebied volledig opnieuw heringericht en de winning stopgezet. Er is wel meer dan 36 hectare afgeplagd en vervolgens vernat. “Er is heel veel veranderd in dit gebied en het verandert nog steeds. Dat vind ik erg mooi om te volgen.”

 

Fantastische ontdekking

Een van de leukste dingen die Kees in het Nationaal Park Duinen van Texel heeft meegemaakt is het zien van een jong van de watersnip. Vroeger broedde deze jaarlijks in het Mokslootgebied. “Ze blijven lang op hun nest zitten, maar als je goed oplet, zie je wel waar ze wegvliegen en kun je het nest vinden,” vertelt Kees enthousiast. Op een dag had hij geluk. Tijdens zijn ronde in het veld stuitte hij op jong watersnipje*. Kees maakte met zijn dia camera een foto van het kastanjebruine vogeltje met camouflagetekening met witte puntjes. “Dit was echt een buitenkansje! Het vogeltje was echt nog geen twee dagen oud.”

Kees hoopt dat de toekomstige generatie op een zeker moment, als ze wat ouder zijn geworden en nieuwe interesses ontwikkeld hebben, aandacht voor de natuur ontwikkelt. Kees: “Of je nou elf paddenstoelen kent of alleen de vliegenzwam, daar gaat het niet om. Het gaat om de verbondenheid die je hebt met het terrein en met de natuur. De natuur verdient het om een warm hart te worden toegedragen.”

 

*Watersnippen zijn ‘nestvliegers’. Als de jongen opgedroogd zijn, nadat ze uit het ei zijn gekropen, gaan ze al heel snel met de ouders aan de wandel.